Dochter van Pan

Dochter van Pan, het verslag van een zoektocht naar een vorig leven-Bertien van Woelderen 2018 | 3e druk | 191 pagina's

Dochter van Pan
Het verslag van een zoektocht naar een vorig leven

Tekst en schetsen: Bertien van Woelderen
3e druk
Landkaarten: Suzanne Kuipers
2018 | 191 pagina’s
ISBN 978-94-6345-421-6
Uitgever: ovw.training
Verkrijgbaar: Stuur een email naar info@josolgers.nl

Interview met Paravisie over De Dochter van Pan: Klik hier.
Jos Olgers beschreef het avontuur in het volgende artikel: Klik hier.

…Ineens was ze daar. Ik kijk door de ogen van een kind naar een stoet jonge priesters die de berg op komen. Ik kan voelen dat het volstrekt niet de bedoeling is dat ik daar sta. Er is een weten dat ik op die plek van dat gebouwtje met de zuilen niet hoor te zijn. Ik weet ook dat ik niet betrapt had mogen worden.

Ik schiet terug in mijn vertrouwde lichaam, de volwassen vrouw. De beelden voelden oud, heel oud. Mijn weten vertelde me dat deze herinnering zeker van vóór Christus was. Datzelfde weten of gevoel gaf mij ook de indruk dat het ongeveer 400 jaar voor christus moest zijn. Als een flard van een film bleef het beeld zich de dagen erna steeds weer vertonen. En juist dat korte stukje film riep mij verlangen op naar meer kennis. Wie was ik daar op die hoogte…? Wat was er met die plel dat ik daar beter niet kon zijn…?

De zoektocht brengt de schrijfster naar het huidige Arkadië, met zijn hoge watervallen en wild bruisende rivieren. Erm dienen zich lang vervlogen rituelen aan, verbonden met oude, bijna vergeten geschiedenissen.

Over De Dochter van Pan
Het is een spannende (waar gebeurde) zoektocht, zowel door het landschap als door de geschiedenis, met als hoofdpersoon de jonge geitenhoedster Alyssa, de dochter van Pan.

De Dochter van Pan is een spannende zoektocht naar herinneringen aan een vorig leven van Bertien van Woelderen.
Een leven waarover zij zo’n 35 jaar geleden spontane herinneringen kreeg. Toen bleek, dat dat leven twee relaties van haar flink beïnvloedde, besloot ze op zoek te gaan. Uiteindelijk kwam ze terecht in een onbekend gebied in de Peloponnesos (Griekenland), een gebied waar ooit Zeus geboren zou zijn en waar ooit de voorloper van de Olympische Spelen gehouden werd. Daar maakte ze een spannend leven als geitenhoedster mee, dat uiteindelijk niet echt goed afliep.
Al onderzoekend bleek, dat in latere jaren een Amerikaanse universiteit daar archeologisch onderzoek deed, en onverwacht allerlei herinneringen van haar bevestigden. Zij en Jos Olgers zijn toen samen verder gaan zoeken; zou de plek waar ze toen woonde nog gevonden kunnen worden? Naast gezond verstand, bibliotheekbezoek, gebruikten ze ook hypnose om de locatie te achterhalen.
Bertien neemt de lezer van deze roman mee in haar waar gebeurde zoektocht: Dochter van Pan.

Ontmoeting met Alyssa
Het begin van hoofdstuk 2.

“Het is 1980.
Ik zat op de grond geleund tegen mijn bank vlak bij de kachel in de zitkamer. De kinderen sliepen zodat ik de tijd aan mezelf had.
De kachel was warm en behaaglijk. Mijn grote vriend Siep, de kater met wie ik soms de lekkerste plek voor de kachel bevocht, lag lui in de buurt te slapen. Ik voelde mij die avond erg verlaten en verdrietig omdat mijn onbeantwoorde gevoelens voor Brian me parten speelden, toen zich plotseling het volgende beeld aandiende:

Ik sta op een hoogte en kijk naar een stoet jonge priesters in witte gewaden die een trap aan het beklimmen zijn. Ze worden geleid door een oudere priester met een kaal hoofd, eveneens in een wit gewaad gestoken. Achter mij is een gebouwtje en daarnaast staan wat grote kruiken. Erachter verheft zich de top van een berg. Op de voorgrond staan drie zuilen. Vanaf de plek waar ik sta is de trap links van mij. In de trap zit een bocht die het begin van de trap onzichtbaar maakt.

Ik herkende in een van de jonge priesters Brian. Uiteraard zag hij er heel anders uit, maar zo’n herkenning is een absoluut weten. Dat is hem, met precies zo’n glimlach van ‘ik neem wel deel, maar ik weet niet of ik alles ook serieus ga nemen’.
Ik wist dat ik door de ogen van een kind keek. Het kind voelde jong en mijn eerste inschatting was ongeveer acht jaar oud. (Later ontdekte ik dat ze wat ouder was.) In het kind was een weten dat ze daar op die plek van dat gebouwtje en de zuilen niet hoorde te zijn. Ze wist ook dat zij niet betrapt moest worden.
Ik schoot terug in mijn vertrouwde lichaam, dat van de volwassen vrouw van nu, en begreep dat mijn onderbewuste deze herinnering over Brian naar boven had gehaald.
De beelden voelden oud, heel oud. Mijn weten vertelde me dat deze herinnering zeker van vóór de jaartelling was. Datzelfde weten of gevoel gaf mij ook de indruk dat het ongeveer 400 jaar daarvoor moest zijn, hoewel nog eerder zeker een optie bleef.
Doordat ik in gedachten steeds terugkeerde naar het eerste stukje ‘film’, activeerde dat nog een herinnering.

Ik zie een langwerpig grasveld. Er omheen, vooral aan één kant, is bos. Op het veld wordt geoefend in hardlopen. Ik, als kind, ren op mijn blote voeten aan de rand van het bos, net buiten het veld, met de jongens mee en loop ze eruit. Tussen de jongens bevindt zich wederom Brian. Ik, in de versie van het kind, vind hem interessant en onuitstaanbaar tegelijkertijd.

Als een flard van een film bleef dat beeld zich de dagen erna steeds weer vertonen. En juist dat korte stukje film riep mijn verlangen op naar meer kennis. Wie was ik daar op die hoogte…? Wat was er met de plek dat ik daar beter niet kon zijn…? Waar ging die processie van jonge priesters eigenlijk over?
Deze innerlijke zoekopdrachten leverden nog meer informatie op.
Het kind daar op die grote hoogte heette Alyssa en was ongeveer elf jaar oud. Precies wist zij het niet, want de dagen van toen telden niet zo. Haar vader was geitenhoeder en zij ook.
Alyssa was de oudste van het gezin en had nog een jonger broertje en zusje.

De plek op de berg waar Alyssa zich bevond mocht alleen door mannen betreden worden en was dus absoluut taboe voor vrouwen van welke leeftijd dan ook. Alyssa wist dat en noemde de berg ‘de mannenberg’. Ze zei dit altijd op zo’n schampere toon, dat het leek alsof ze het over een stelletje sukkels had. Ze was zeer uitgesproken over dat alleenrecht voor mannen; vond dat ronduit idioot. Stelletje opgeblazen kikkers, zelfingenomen padden, zijn teksten die met gemak uit haar mond kwamen rollen. Later sprak ze tijdens een sessie met Jos, mijn huidige partner, soms over de boze berg…”

Scroll naar boven